Rotterdam bouwt door. Achter de bioscoop van Koen van Velsen verrijzen alweer nieuwe Rotterdamse kantoren. Ook de bioscoop schijnt verbouwingsplannen te hebben. Misschien een mooi moment om de gevelbeplating te vervangen. De golfplaten bleken na een paar jaar dezelfde weg te gaan als hun broeders op tuinhuisjes, voliéres en clandestiene uitbouwen. Toch moeten we ons niet blind staren op de osmose in de kunststof gevel.
Bij oplevering in 1996 de grootste bioscoop van Nederland is een technisch hoogstandje. Een vederlicht gebouw op een bestaande parkeergarage. Herman Kerkdijk noemt dat in 1997 het “zwevende karakter”. Laten we zeggen dat het gebouw inmiddels is geland. Met een nieuwe huid kan het er weer jaren tegen. Een bioscoop mag best om de 15 jaar een nieuw beeld oproepen. En Rotterdam mag weer door bouwen.
Feiten over de Pathébioscoop op architectuur.org