Home

De Stopera is het meest verguisde gebouw van Amsterdam. Het begint in 1954 als de Amsterdamse gemeenteraad besluit een nieuw raadhuis te bouwen op het eiland Vlooienburg in een bocht van de Amstel. Ooit was dit de oude Jodenbuurt. De terreur van de Nazi’s in de tweede wereldoorlog had de volksbuurt verandert in een spookstad. Na de oorlog werden de leegstaande oude huizen wat al te gretig gesloopt. De plannen voor de Stopera waren er nog lang niet maar het lijkt erop dat de historie van de locatie een schaduw vooruit werpt.

De gemeente Amsterdam geeft de architecten Berghoef en Vegter de opdracht een ontwerp te maken. Bijna tien jaar lang werken zij aan plannen die op steeds heftiger kritiek stuiten. Wethouder Joop den Uyl besluit in 1964 een nieuwe internationale prijsvraag uit te schrijven. Drie jaar en ruim 800 inzendingen later wint Wilhelm Holzbauer de raadhuiscompetitie met een plan dat de Nederlandse architectengemeenschap maar matig kon bekoren. “Een Oostenrijker op het Waterlooplein, dat nooit!” riep Bernard Bijvoet woedend.

De plannen van Holzbauer hadden een on-Nederlandse grandeur terwijl de inzendingen van Heijdenrijk en Hertzberger helemaal naar de laatste structuralistische mode waren waarbij het grote complex opgedeeld zou worden in kleine elementen met veel hoeken en gaten. Gelukkig wist de vakjury Amsterdam te behoeden voor gebouwen die zomaar hadden kunnen uitgroeien tot een paradijs voor junks.

In 1971 werd het definitief ontwerp gepresenteerd maar het politieke tij keerde. Linkse partijen als Provo en de PSP waren tegen welk stadhuis dan ook. Tussen het Waterlooplein en de Amstel hadden wat hen betreft woningen moeten komen. Ook de PvdA besteedde het geld liever aan stadsvernieuwing. Toen zelfs de Haagse politiek geen stuiver aan het stadhuis wilde bijdragen had het weinig gescheeld of het voormalige eiland was volgezet met sociale woningbouw.

Het was Wilhelm Holzbauer die zijn winnende stadhuisontwerp wist te redden door het lumineuze idee Opera en Stadhuis te combineren. Daarmee haalde hij uitgerekend het bureau van Bijvoet en Holt als mede-architecten binnen. Cees Dam, schoonzoon van Holt nam na de dood van Bijvoet de werkzaamheden over.

Ondanks sabotageacties van de kraakbeweging. Onder vernietigende kritiek van de Volkskrant en Vrij Nederland en met een overschrijding van het bouwbudget met 120 miljoen gulden werd de Stopera twintig jaar na het eerste prijsvraagplan in 1987 eindelijk opgeleverd.

Een gebouw dat er wat de Amsterdammers betreft niet had moeten komen. Dat veel te duur was. Dat door de culturele elite als lelijk werd bestempeld. Je zou er voor minder je handen vanaf trekken. Wilhelm Holzbauer en Cees Dam gingen juist de strijd met elkaar aan wie nu de geestelijk vader is.

Terecht, want wat zouden Amsterdammers moeten zonder een stadhuis waar ze altijd weer hun gal over kunnen spuwen.

Lees meer over de Stopera op de website van het NAI

Plaats een reactie