Home

Wie hedendaagse architectuur in Amsterdam wil zien moet naar het Science Park in de Watergraafsmeer. De beste projecten staan er verzameld. Het Amsterdam University College van Mecanoo een stevig gebouw met een grote zolderkap waar studenten van over de hele wereld zich thuis kunnen voelen. Het AMOLF instituut van Dick van Gameren is al net zo’n stoer gebouw voor stoer onderzoek naar elementaire deeltjes. De ruim 600 studentenwoningen van SJO architecten zijn buitengewoon luxe ingericht. Het is bijzonder knap zoals dit complex op een lastige locatie tussen het spoor en een grote ontsluitingsweg is vormgegeven. Datzelfde geldt voor de woningen van HVDN architecten. De glazen geluidsvoorzieningen bepalen het beeld van het gebouw. Het hele gebied barst van de bijzondere gebouwen, bijeengebracht in een stedenbouwkundig plan van KCAP.

Toch heeft het Science Park het zelfde probleem als een door een verre miljardair bijeen gekocht elftal van voetbalsterren. Het hangt als los zand bij elkaar en verbindt zich nergens met de stad waar het uit voortkomt. Tien jaar na opening ligt de centrale Carolina MacGillavrylaan er desolaat bij. Pas bij de Spar en het studentencafé op de hoek bij het nieuwe NS station ontstaat het vermoeden dat in die grote gebouwen mensen wonen en werken. In de 21e eeuw een campus bouwen lijkt een achterhaald idee. Het ademt de tijd van kostscholen en internaten. Waar de alfa-studenten op het Roeterseiland en het Binnengasthuisterrein midden in de stad studeren worden de bèta-wetenschappen verbannen naar een vergeten polder tussen het spoor en de Ringdijk. Juist de bèta-studies, waar het belang van sociale interactie nog altijd wordt onderschat, zouden een betere plek in Amsterdam verdienen.

image